Vandaag heeft een Constitutionele Hof van Zuid Korea uitspraak gedaan in vier klimaatzaken die tegen de Koreaanse regering waren aangespannen.

Net als in de Duitse klimaatzaak in Europa oordeelt de rechter hier ook dat onvoldoende lange termijn doelstellingen de constitutionele rechten schendt van generaties die nog leven na 2030 en dan onevenredig grote lasten moeten dragen. Het Constitutionele Hof ging niet mee in de eis van de jongeren dat het doel van 40% reductie in 2030 niet goed genoeg was. Voor de korte termijn kon het Hof dat niet bepalen, maar voor de lange termijn dient Zuid-Korea meer te doen en het land moet van de rechter voor 28 februari 2026 de wet aanpassen en lange termijn doelen voor 2031-2049 daarin opnemen die de burgers voldoende beschermen.

In haar uitspraak stelt de het Hof dat klimaatverandering een ernstige bedreiging vormt voor de fundamenten van de maatschappij, inclusief een bedreiging voor het leven en de gezondheid van haar inwoners. Meer concreet moet de Koreaanse regering haar eerlijke deel van de wereldwijd noodzakelijke emissiereducties op zich nemen en kan zij niet een disproportioneel deel van de lasten om dit te bereiken op toekomstige generaties leggen.

De uitspraak volgt op een serie van klimaatzaken die 4 jaar geleden geïnspireerd door de Urgenda klimaatzaak zijn gestart. De eerste zaak werd aangespannen door een groep scholieren. Urgenda heeft hen vanaf het begin ondersteund. Dennis van Berkel, klimaatjurist bij Urgenda “Ook deze rechter zegt dat uitstel van maatregelen niet langer kan en dat de Staat een grondwettelijke verplichting heeft om haar broeikasgasemissies te verminderen zodat gevaarlijke klimaatverandering voorkomen kan worden. Deze uitspraak kan ook in andere landen in Azië gevolgen gaan hebben, net zoals de Nederlandse zaak in hele Europa tot klimaatzaken leidde.”