Urgenda terug naar rechter om nakoming vonnis

Op 24 juni 2015 won Urgenda de Klimaatzaak tegen de Staat. Het vonnis was bij voorraad uitvoerbaar, dus de Staat had meteen meer beleid en middelen moeten vrijmaken om in 2020 25% minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. De eerste jaren gebeurde er echter niets extra’s. Pas de laatste jaren kwam er extra beleid, maar onvoldoende en te laat. In 2021 is de uitstoot alweer 4 megaton (Mton) omhoog gegaan (ter vergelijking: de Hemcentrale sluiten leverde bijvoorbeeld netto 1 Mton minder uitstoot op) en er zijn geen tekenen dat die extra uitstoot teniet wordt gedaan door extra dalingen elders. Dit jaar halen we 25% minder uitstoot dan in 1990 zo niet. Bij klimaatverandering gaat het er juist om: hoe sneller de uitstoot daalt hoe beter. De overheid doet dus niet het absolute minimum wat moet in dit jaar (en al helemaal niet genoeg om haar deel te doen om onder de 1,5 graad opwarming te blijven), dus Urgenda gaat de rechter vragen om te helpen om te zorgen dat het vonnis van 6 jaar geleden nu eindelijk wordt nagekomen met structurele maatregelen. Urgenda vordert dus nakoming van het vonnis. Het is aan de rechter om te bepalen hoe hoog een dwangsom moet zijn.

In de aflevering van Buitenhof van 27 juni 2021 licht Marjan Minnesma toe waarom Urgenda teruggaat naar de rechter.

Tags:
Geen reactie's

Sorry, het is niet mogelijk om te reageren.